Een strategie om het bos voor te bereiden op het klimaat van morgen
Het klimaat heeft altijd veranderingen ondergaan en planten- en diersoorten hebben zich aan deze veranderingen aangepast door naar het noorden of zuiden te migreren naarmate het klimaat opwarmde of afkoelde.
De klimaatverandering voltrekt zich vandaag echter veel te snel, zodat boomsoorten niet snel genoeg kunnen migreren. Het risico bestaat dus dat bedreigde opstanden in hun gebied van herkomst verdwijnen omdat het klimaat niet langer voor hen geschikt is.
De rol van de bosbouwer is hier de natuur na te bootsen en haar werk te bespoedigen door de snelheid van de migratie van de boom kunstmatig te versnellen. Dit wordt geassisteerde migratie genoemd.
Een kwestie van overleven
In het licht van de verzwakking van onze bossen maakt geassisteerde migratie het dus mogelijk te zorgen voor
Een grotere duurzaamheid van onze Belgische bossen, door de introductie van bomen die potentieel beter zijn aangepast aan het nieuwe klimaat, en in het bijzonder beter bestand zijn tegen droogte en hittegolven;
het behoud van die soorten die, wanneer beperkt tot hun natuurlijke omgeving, riskeren te verdwijnen.
Twee soorten geassisteerde migratie
In de praktijk zijn er twee soorten van geassisteerde migratie: de geassisteerde migratie van herkomsten en de geassisteerde migratie van soorten.
De geassisteerde migratie van herkomsten
Het gaat hier om de introductie van een soort die al in het gebied aanwezig is, maar afkomstig is uit het zuiden van zijn verspreidingsgebied. Er is bijvoorbeeld sprake van geassisteerde migratie van herkomsten wanneer een gewone beuk (een soort die van nature in België voorkomt) in België wordt aangeplant uit zaad dat in Italië of in Zuid-Frankrijk is geoogst. Het doel hier is de in deze zuidelijke populaties aanwezige genen voor droogteresistentie te introduceren en hun verspreiding binnen de plaatselijke populaties mogelijk te maken. Het gaat er dus om de genetische diversiteit van een plaatselijke soort te verrijken, zodat die zich aan het nieuwe klimaat kan aanpassen. De soorten die bij dit soort migratie betrokken zijn in het kader van het project Trees for Future, zijn de wintereik, de beuk, de winterlinde en, in mindere mate, de donzige eik, die hier weliswaar inheems is, maar nog heel zeldzaam.
De geassisteerde migratie van soorten
In dit geval wordt een soort geïntroduceerd die nog niet in het gebied aanwezig is, maar die verder naar het zuiden leeft in klimatologische omstandigheden die vergelijkbaar zijn met die welke de komende decennia in België worden verwacht. Men spreekt van geassisteerde migratie van soorten wanneer bijvoorbeeld mediterrane eiken (Hongaarse eik, moseik, donzige eik), mediterrane sparrenbomen (Griekse zilverspar, Turkse spar, …) of mediterrane dennenbomen (zeeden, Macedonische den, Bosnische den, …) in België worden aangeplant.